Een vijver is een door de mens aangelegd, relatief klein meer.

Vijvers zijn in stedelijke gebieden vaak aangelegd voor de verfraaiing van parken en tuinen. Daarnaast dienen ze ook voor de berging van water, als mogelijkheid om water uit overstorten op te vangen en als potentiële reservoirs voor bluswater.

Ook worden vijvers gebruikt voor de kweek of het bewaren van vis (zie: visvijver). Verder spelen vijvers een rol bij de verzorging van gezelschapsvissen, waaronder de goudwinde, goudvis, steur en koi. Vijvers worden ook aangelegd om sierwatervogels te kunnen huisvesten.

Grote (sier)vijvers vinden we in tuinen van paleizen en kastelen zoals de vele vijvers in de Franse tuin van het Kasteel van Versailles.

Soms wordt er een fontein in een vijver gezet, ter verfraaiing of om extra zuurstof in het water te brengen.

In Nederland en België treffen we in relatief veel tuinen een siervijver aan. Deze wordt doorgaans aangelegd om een zogenaamd 'nat element' in de tuin te creëren, wat een sfeerverhogende werking heeft. Naar schatting zijn er in Nederland en België samen circa 1,2 miljoen grotere of kleinere tuinvijvers.

Siervijvers kunnen worden gemaakt van beton, maar tegenwoordig wordt bij vijveraanleg vooral gebruik gemaakt van folie (PVC of rubber). Ook bestaan er voorgevormde vijverbakken (kunststof) die in de tuin ingegraven kunnen worden.